Geen deeloplossingen meer
Volgens René Bal is daar een belangrijke rol weggelegd voor juist coöperaties als Dimpact en wenst zijn opvolger dan ook veel succes. ‘Met elkaar kun je wat makkelijker duidelijk maken, en van elkaar leren, hoe je de doelen kunt verwezenlijken en welke doelstellingen prioriteit hebben. Of in ieder geval het handigst zijn om het eerst aan te pakken. Een deel ‘eigen oplossingen’ zal niet te vermijden zijn, dat deel is misschien ook wel gewoon noodzakelijk, zoals een ondertekening bijvoorbeeld, maar in generieke zin kan dat best een stuk minder. Waardoor er inderdaad ruimte komt voor nieuwe ontwikkelingen, waar we als lid van een coöperatie weer voordeel aan hebben, zoals Ruud al aangeeft.’
Marco Drost beaamt dat ook zij nog te vaak meemaken dat organisaties niet goed het oog hebben op de oplossingen die ze eigenlijk zoeken. Het einddoel is niet duidelijk. Dus komen er al snel steeds weer nieuwe oplossingen. ‘Het gaat daarbij echter om ‘point solutions’ zoals we dat dan noemen: deeloplossingen die dus ook maar een deel van het probleem aanpakken. Wij doen inderdaad een deeloplossing, maar wel heel duidelijk met het oog op het grotere geheel met ‘open eindjes’ naar alle andere gangbare omgevingen waar we op kunnen aansluiten voor de klant. Als je het zo doet, is het een stap op weg naar verdergaande digitalisering die weer een volgende stap mogelijk maakt. Overzie je het grote geheel niet, dan worden het houtje-touwtje oplossingen die zoveel geld en energie in onderhoud en beheer kosten dat ze op de lange duur niet meer te handhaven zijn.’
Eigenaarschap bepalen schept duidelijkheid
De rol van een samenwerkingsverband als Dimpact is dat zij uit naam van de aangesloten gemeenten makkelijker bij een leverancier kunnen aankloppen met die gerichte vragen. Bal: ‘Het is belangrijk om bijvoorbeeld dat eigenaarschap duidelijk te hebben. Dan kun je beter en gerichter sturing geven aan bepaalde ontwikkelingen. Dat eigenaarschap ligt bij de klant, onze leden. In het geval waar we het nu over hebben, de overheid. Die overheid is er echter niet om heel veel uitvoerende taken zelf te doen, maar vooral om sturing te geven aan de uitvoering. Al helemaal als het gaat om automatisering, communicatie naar de burgers, en - daar is het weer - professionalisering van de dienstverlening. Verantwoording over hoe je tot beslissingen bent gekomen, waar je je geld aan hebt uitgegeven, hoe burgers hun invloed hebben kunnen laten gelden, het zijn allemaal belangrijke issues waar ook achteraf antwoord op moet kunnen komen. Informatiebeheer is een essentieel onderdeel daarin. Systemen om dat informatiebeheer en alles wat daarbij komt te optimaliseren zijn vervolgens net zo onmisbaar als de mensen die ermee moeten werken. Dit gaat om een gezamenlijk inspanning en dus een gezamenlijk resultaat. Het is niet WIJ hebben gewonnen en ZIJ hebben verloren.’
Aandacht voor dienstverlening moet groeien
Naarmate de digitalisering toeneemt wordt het belang van samenwerken groter, zoals al aan het begin geconcludeerd. Marco Drost: ‘Voordat je tot verdergaande digitalisering kunt komen, is samenwerking nodig, maar omgekeerd net zo. Je hebt elkaar simpelweg nodig. Een gemeente is geen op zichzelf staande entiteit meer, net zomin als de leverancier in deze markt. Wie zich het best kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden zal het meest succesvol zijn. Geen survival of the fittest, maar survival of the smartest…’
Aandacht voor dienstverlening, het bestaansrecht van een overheid, moet nog wat meer groeien, erkennen Bal en Storcken: ‘Het werkt in een aantal gevallen prima, maar in een groot aantal gevallen gaat het nog lang niet zoals het zou moeten en kunnen. Het duurt allemaal erg lang’, ziet René Bal. Storcken erkent dat: ‘Zoals het bijvoorbeeld gaat op mijnoverheid.nl is het wel exemplarisch voor deze markt denk ik. Het werkt wel, maar wat heb je nu feitelijk bereikt? Is het beter, eenvoudiger, bereikbaarder geworden voor de burgers? We moeten keuzes maken en met we bedoel ik ook de klant. Wat doen we eerst? Wat heeft prioriteit? Gaan we bestaand aanpassen of gaan we voor nieuw? Bij aanpassen, wordt dan die burger beter bediend? En bij nieuw? Budgetten voor zaken als ICT en informatievoorzieningen zijn nogal eens aan veranderingen onderhevig. Het wordt na al die jaren nog altijd niet door iedereen gezien als een onmisbare bijdrage aan het functioneren van de organisatie. Het is voor velen nog een kostenpost. Helaas.’
Bal ziet in dat verband een belangrijke(re) rol voor de VNG weggelegd. ‘De discussie over Common Ground is natuurlijk heel mooi en nuttig, maar ook hier stuiten we precies op het probleem waar we het hier aan tafel hebben: wie gaat het sturen? Wie gaat nu de richting bepalen en wie bepaalt bijvoorbeeld de uitvoering, de planning en de deadlines? Of denk je dat het zonder deadlines wel goed gaat komen? Ik denk van niet… Helder opdrachtgeverschap en heldere communicatie. Daar begint het mee.’